Gooik

Mijn voorvader Joannes Timmermans werd te Gooik geboren op 23 juni 1686 als zoon van Judocus (Gooik 1649 - 1694) en Catharina (Maria) Appelmans (Gooik 1656 - 1733), die nog hertrouwde en twee kinderen had met Adrianus Bellemans (Gooik 1670 - 1752). Dit is een van de weinige gedocumenteerde gevallen in mijn kwartierstaat waar ik afstam van een kind uit het eerste huwelijk en een kind uit het tweede huwelijk. Het kind uit het tweede huwelijk was Maria Bellemans (Gooik 1696 -1784).  Maria huwde Nicolaus Van Eeckhoudt (Gooik ca 1686 - 1770) en bleef in Gooik. Joannes huwde Maria Anna De Vleeschouwer (Meerbeke 1683 - 1761) en ging te Meerbeke wonen.

Ongeveer 18 maand voor de geboorte van Joannes, op 21 januari 1684, deden de Fransen een onverhoedse aanval op het baroniaal kasteel van Gooik en staken het in brand. Alleen de baljuw was aanwezig. In allerijl moest hij, bijna naakt, de vlucht nemen. Bovendien werden bijna alle huizen van het dorpscentrum vernield en werd heel het dorp geplunderd. Toen werden ook alle documenten van de heerlijkheid en van de schepenbank vernietigd of verstrooid. Jaren later vond men er nog langs de Edingsesteenweg ...

Tussen de 16e en de 18e eeuw is het niet dikwijls rustig geweest in onze regio ...

Rond die tijd (in 1702) bedroeg het aantal arme gezinnen in Gooik 28 % ; keuterboeren, die ook zeer weinig bezaten (meestal enkel een schamele woning of eerder een hut)  vertegenwoordigden 80 % van de bevolking en moesten gaan bijverdienen met landarbeid voor de grote boeren, het weven tijdens de wintermaanden, of het houden van een gehuurde koe.  Begin 18e eeuw moeten er - niet alleen in Gooik - schrijnende toestanden bestaan hebben met een bevolking van bijna 30 % arme gezinnen, die letterlijk niets hadden en die afhankelijk waren van liefdadigheid, terwijl het bezit verdeeld was onder vreemde, vaak in Brussel verblijvende personen of instellingen.

En dan lezen we over een "sober" levende pastoor die zijn jaarrekeningen opmaakte (om te tonen hoe moeilijk hij het had) : zijn grootste uitgaven waren :
voor twee bekers bier per dag ................................................. 73 fl
per halve dag een halve pond boter.......................................... 54 fl 19 st
voor hout, dagelijks drie bundels................................................54 fl 18 st
voor kledij, onderhemden, broeken, nachthemden....................40 fl
het vierde deel van een sister graan per week...........................39 fl

enz, enz, enz ... niet bepaald een arm leven. Voor meer details zie het voortreffelijke "Al wandelend door Gooik - Met een blik op mens en landschap anno 1705" door Jos De Smedt.